Twee contrasterende landschappen zijn in dit gebied te vinden, verbonden door een muur van 1000 meter hoge glashard kwarts. Aan de ene kant, rond Sabie en Pilgrim's Rest, vind je de koele, groene dalen van het Highveld Plateau en de in de mist gehulde bergtoppen en flanken van de Sowns- en Wolkberg-wildernis, waar bergstromen in donderende watervallen veranderen, omgeven door beboste kloven. Aan de andere kant, rond Mbombela (Nelspruit), ligt de warme Lowveld Bush, vol granieten, zogenaamde 'koppies', en een eindeloze vlakte van bos, hoge grassavanne, acacia en kreupelhout. Het is hier dat de 3de grootste canyon gelegen is, de Blyde Rivier Canyon, te bereiken via de beroemde Panoramaroute. Van de top van de steile kwartsklippen daalt deze af tot een diepte van 700 meter terwijl de Blyde Rivier er doorheen raast naar grote kalkstenen wanden omzoomde gaten, die onder andere te ontdekken zijn via de Abel Erasmus pas en uiteindelijk de Treurrivier ontmoeten bij de Bourke's Luck Potholes, zo genoemd naar een gouddelver die in de jaren '70 van de 19e eeuw goud vond in dit gebied, meer bepaald Pilgrim's Rest. Als je de regio gaat verkennen, zie je heden ten dagen vooral boswinningsgebied, met andere bijzonderheden als de bij de Blyde dam, 800m hoge toppen van de Marieskop, de Drie Rondavels en het zo passend genaamde uitkijkpunt, God's Window.
Wat absoluut ook op het programma moet staan, is een bezoek aan de verschillende watervallen waaronder; Sabie, Bridal, Lone Creek, Maria Shires, Lisbon, Montrose, Berlin en de meest gekende Mac Mac waterval die zich 56 meter naar beneden stort. Hier bevinden zich eveneens de Sudwala grotten waar de meest opwindende route, die naar de Cristal Chamber is.
Ten oosten van al dit natuurlijk 'geweld' heb je het zuidelijke en centrale deel van het wereldberoemde Kruger nationaal park. Gezien de ligging, naar alle waarschijnlijkheid ook de meest bezochte regio binnen het park, met beroemde kampen als Skukuza, Satara, Pretoriuskop, Olifants, Berg en Dal en Crocodile Brigde. Wild observeren is hier in dit stukje paradijs altijd weer opnieuw belonend. De verschillende type vegetatie, de aanwezigheid van een veelvoud aan rivieren, hoge inheemse bomen en variatie in gesteente en hoogtes maken dit gebied zeer uniek. Buiten de Big Five (neushoorn, olifant, buffel, leeuw en luipaard), zal je hier ook tal van andere diersoorten kunnen bewonderen, net als enkele honderden vogelsoorten die hier hun thuis hebben.
Tussen Barberton en Mbombela liggen heel wat plantages, voornamelijk citrus wordt hier gekweekt, maar tot op de dag van vandaag is deze regio nog steeds een belangrijk mijnbouw gebied, Goud wordt in deze contreien niet veel meer gevonden, al was dat vroeger wel anders, maar andere ertsen en steenkool nog wel. Hoe meer je in westelijke richting trekt, hoe meer je zal zien dat boswinningsgebieden veranderen in agrarisch gebied. Grondnoten, mais- en zonnebloemvelden vormen hier het landschap, in schril contrast trouwens met het meer noordelijke deel, waar ter hoogte van Emalaheni (Witbank), er nog slechts enkele typische Ndebele nederzettingen zijn. Gauteng en de Vrijstaat vormen hier de grens met de provincie, die tot 1995 nog bekend stond als de oostelijke Transvaal.
